Aantekeningen bij de Bijbel: Leviticus 19:28

Leviticus 19:28

SV	Gij zult om een dood lichaam geen snijding in uw vlees maken, noch schrift van een ingedrukt teken in u maken; Ik ben de HEERE!
WLC	וְשֶׂ֣רֶט לָנֶ֗פֶשׁ לֹ֤א תִתְּנוּ֙ בִּבְשַׂרְכֶ֔ם וּכְתֹ֣בֶת קַֽעֲקַ֔ע לֹ֥א תִתְּנ֖וּ בָּכֶ֑ם אֲנִ֖י יְהוָֽה׃
Trans.	wəśereṭ lānefeš lō’ ṯitənû biḇəśarəḵem ûḵəṯōḇeṯ q^a‘ăq^a‘ lō’ ṯitənû bāḵem ’ănî yəhwâ:

Algemeen

Zie ook: Aas, Kadaver, Karkas, Lijk, Schrift, Tatoeage, Zelfkastijding, Zelfverminking
Deuteronomium 14:1

Aantekeningen

Gij zult om een dood lichaam geen snijding in uw vlees maken, noch schrift van een ingedrukt teken in u maken; Ik ben de HEERE!

Gij zult om een dood lichaam…, zowel zelfverminkingen als het plaatsen van tatoeages waren bekend als rouwritueel bij omliggende volken. In Jeremia 16:6 lezen we dat de Joden zich toch hier schuldig aan maakten.
dood lichaam, Dat het om een dood lichaam gaat kunnen we opmaken uit de paralleltekst (Deut. 14:1).
snijding in uw vlees maken, het zichzelf verminken door met een scherp voorwerp allerlei insnijdingen in het lichaam te maken. In Leviticus 21:5 en Deuteronomium 14:1 worden, naast deze, ook andere rituelen genoemd welke verboden zijn als rouwritueel.
noch schrift van een ingedrukt teken, een zogeheten tatoeage. Tegenstanders van tatoeages halen meestal deze tekst aan maar vergeten daarbij dat het hier om een specifieke bepaling gaat.

Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

H9006

שֶׂ֣רֶט

H8296

geen snijding

לָ

H9013

נֶ֗פֶשׁ

H5315

Gij zult om een dood lichaam

לֹ֤א

H3808

תִתְּנוּ֙

H5414

maken

בִּ

H9002

בְשַׂרְכֶ֔ם

H1320

in uw vlees

וּ

H9006

כְתֹ֣בֶת

H3793

noch schrift

קַֽעֲקַ֔ע

H7085

van een ingedrukt teken

לֹ֥א

H3808

תִתְּנ֖וּ

H5414

in maken

בָּ

H9002

כֶ֑ם

אֲנִ֖י

H589

יְהוָֽה

H3068

Ik ben de HEERE

Gij zult om een dood lichaam geen snijding in uw vlees maken, noch schrift van een ingedrukt teken in u maken; Ik ben de HEERE!

De NBV en NBV21 voegen vers 27 en 28 samen en geven een zeer dubieuze eigen interpretatie weer omdat het twee aparte geboden zijn.
שֶׂרֶט ^H8296 ww. "insnijding, kerving" in het lichaam (Lev. 19:28; 21:5 †).
נֶ֗פֶשׁ ^H5315 "ziel"; hier gaat het om een "dood lichaam" (cf. Lev. 21:1, 5; 22:5).
כְּתֹבֶת ^H3793 hapax "indruk, inscriptie, merkteken, tatoeage";
קַעֲקַע ^H7085 hapax "merkteken, tatoeage" (D.H. Broers, Woordenboek van het Bijbels Hebreeuws, p. 330 "tatoeage"; E. Italie, Bijbels Hebreeuws Nederlands Woordenboek, p. 270 "tatoeage, inprikking"). Jerome (4^de eeuw) geeft in zijn commentaar aan "These laws were prompted mainly by the danger arising from the cultic practices of Israel's neighbors. Besides the oft-mentioned prohibition of blood, likewise prohibited were the following: divination and magic arts as attempts to plumb divine secrets or to control events; the mourning customs of the Canaanites - cutting of hair, body lacerations, tattooing - probably viewed as means of warding off the departed spirit by changing the appearance to avoid recognition." (cf. Gerhard Kittel and Gerhard Friedrich, Theological Dictionary of the New Testament, vol.7, trans. Geoffrey W. Bromiley (Grand Rapids: Eerdmans, 1964), s.v.“stigma.”), zo ook Rashi "Aldus was het de gewoonte van de Emorieten [heidenen], om nl. hun lichaam in te kerven, wanneer iemand bij hen gestorven was" (Rashie's Pentateuch commentaar III, ויקרא, Van Creveld, Amsterdam, 1898, p. 261).

____

וְשֶׂ֣רֶט MT; ושרטה SP;

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!